Om te voorkomen dat rokers meer ongezonde stoffen binnen krijgen dan wettelijk is toegestaan heeft het RIVM onderzoeksmethodes om de sigaretten te testen.
Hoe testen ze sigaretten?
Ze meten welke schadelijke en verslavende stoffen vrijkomen bij het roken van een sigaret of ander tabaksproduct. Met een rookmachine wordt het product volgens een vast protocol afgerookt. Daarna wordt de rook geanalyseerd in het laboratorium. De rook van een sigaret mag volgens de wet maximaal 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide bevatten bij metingen volgens de ISO-methode.
De sjoemelsigaret
Sigaretten zijn schadelijker en verslavender dan de tabaksindustrie doet voorkomen, doordat rokers veel meer gif en nicotine binnenkrijgen dan in officiële metingen wordt vastgesteld. Sigarettenfilters hebben namelijk minuscule gaatjes waardoor bij officiële metingen lucht wordt aangezogen, wat de gifstoffen verdunt. Rokers dekken die gaatjes af met mond en vingers, waardoor die verdunning in de praktijk achterwege blijft. Zo ontstond de term “sjoemelsigaret”
Maar daar bleef het niet bij. Ook de wettelijk voorgeschreven meetmethode (ISO) had de tabaksindustrie zelf bedacht.
Het testen van sigaretten in Canada
In Canada gebruikt men “the Canadian Intense” Deze methode is veel betrouwbaarder om sigaretten te testen. Deze rookmachine heeft veel langere sigarettenhouders die de gaatjes ook dichtknijpen, zoals de lippen van de rokers dat doen. Deze resultaten komen veel meer overeen met de werkelijkheid. Nicotinegehalte in een sigaret bij de Europese test 0,8 mg nicotine en de Canadese 2.2 mg, dus bijna 3 keer zoveel. En als we kijken naar teer meet de Europese machine 10 mg en de Canadese 32.8 mg. Deze Canadese rookmachine werd in Europa niet toegestaan, tot grote opluchting van de tabakslobby. Dat had de NEN (NEderlandse Norm) beslist. Interessant om te weten: 8 van de 10 leden van die commissie vertegenwoordigen die tabaksindustrie, de 2 andere (RIVM en NVWA) zijn er uit frustratie maar uit gestapt.
De rol van lobby en over wie hebben we het?
Joop Bouma (ondertussen gepensioneerde journalist van Trouw) heeft hierover een boek geschreven. Hierin laat hij zien zien hoe de tabaksindustrie in Nederland, geholpen door zwak overheidsbeleid en bange gezondheidsfondsen, lang de touwtjes in handen wist te houden. In 2018 werd de toenmalige minister van volksgezondheid Edith Schippers door de tabaksindustrie gezien als trouwe bondgenoot. Ze stopte zelfs de subsidies aan STIVORO dat onderzoek doet naar rookpreventie, ze staakte de anti-rookcampagnes van Postbus 51 en draaide zelfs gedeeltelijk het rookverbod in de horeca terug.
Gelukkig hadden we twee vrouwelijke gemotiveerde longartsen
Vroeger was roken heel gewoon. Die tijd is voorbij. Feit is dat de tabaksindustrie decennialang mede het tabaksbeleid in Nederland bepaalde. In de discussie over roken hielden zelfs artsen zich afzijdig. Roken was toch je eigen verantwoordelijkheid? Ook KWF, Hartstichting en Longfonds hielden zich uit angst donateurs te verliezen lang op de vlakte. Maar het tij keerde toen twee longartsen, Wanda de Kanter en Pauline Dekker, een eind maakten aan het collectieve zwijgen van dokters. Ze richtten een organisatie op met als doel: zorgen dat kinderen niet gaan roken. Ze maakten duidelijk hoe de tabaksindustrie stoffen toevoegde die sigaretten extra verslavend maken.
Hulp nodig bij het stoppen met roken?
U heeft meerdere pogingen ondernomen om te stoppen met roken, maar u hervalt doordat u gek wordt van de ontwenningsverschijnselen? Door één laserbehandeling kunt u van het roken af komen.
Nog even lachen met Arjan Lubach? Op een humoristische manier vertelt hij wel de waarheid.